Hul me in een gewaad van frisgroen gras
Met de tere blaadjes van de appelboom erin verweven
Voeg daaraan vlammend rode esdoornblaadjes toe
Fragiel als kunststukjes van Japanse knipseltraditie
Strooi over het geheel ademloos mooie bloesems
En plaats dan op mijn haren een luchtige hoed
Gevlochten van het zonnigste blauw
Met een rand van gevederde wolkjes
En de glans van warme zonnestralen
Dan zal ik een lentekind zijn
En dansen
Dansen tot ik niet meer kan!