De harmonie hoort bij de zomer
Bij de zon, die zacht het koper streelt
Als ’t ritme, door de lucht gedragen,
Het kind in mij weer wakker speelt

De oren gespitst om uit te vinden
Vanwaar die vrolijke drukte komt
Zit ik al klaar om op te springen
De straat op, naar muziek en trom

Toen ik nog klein was, joeg de harmonie
Al vaak een walsje door m’n bloed
M’n vader stond naast me mee te deinen
Ja, dat weet ik nog heel goed

De hele straat was één muziekfeest
Iedereen lachte en zong mee
Maar de harmonie trok verder
Gedaan met joechei en hatsekidee

Na nog een praatje met de buren
Gingen we met een lach uiteen
Aan vaders hand liep ik naar huis
Gevuld met muziek van top tot teen

Hoor ik nu die koperen klanken
Van de harmonie op straat
Dan moet ik denken aan mijn vader
En dein ik mee op de maat